“Krijsen als een mager varken”

 

      Overdenkingen voor de transitie - in het belang van het gezin waar zorg nodig is...
Een lam schijnt zich gewillig naar de slachtbank te laten leiden. Zo wil het spreekwoord althans, terwijl een varken zijn misnoegen duidelijk kenbaar maakt en een mager varken kennelijk nog uitgesprokener. Ik weet niet wie beter af is: het varken of het lam. Beide worden geslacht en misschien is dat lijdelijk ondergaan dan nog wel het beste. Maar een varken gedraagt zich als een varken en daar verander je niks aan.

 

Reageer ik als een mager varken op het wetsvoorstel om de gezondheidszorg voor kinderen met psychische aandoeningen over te hevelen naar de gemeente? Vreemd zou dat niet zijn. Door de genen of door de opvoeding ben ik niet in de wieg gelegd dan wel opgevoed tot kalm ondergaan. Van huis uit heb ik geleerd in heftige termen te denken over het gevaar wat ons bedreigt en het leed wat op ons pad komt. Mijn moeder hield niet van half werk. Wij waren thuis niet ziek maar doodziek, niet misselijk maar kotsmisselijk, niet rillerig maar hondsberoerd, niet moe maar afgedraaid en niet verdrietig maar zielsverdrietig. We waren voortdurend aan het eind van ons Latijn, konden geen pap meer zeggen of vielen om van moeheid. Bij ons regende het niet maar het plensde. Het was geen rotweer maar noodweer. Het waaide een storm, de helft van de winter was het spiegelglad en bitterkoud en als het écht koud was bitter-bitterkoud. En als we een half uur te laat waren dan was mijn moeder dodelijk ongerust.

 

Nee, geen pasteltinten in huize Oosterhoff.
Overdreven?

 

Zou ik daarom die nieuwe Jeugdwet rampzalig voor de geestelijke gezondheidszorg noemen? Is dat overdreven? Dat is wel wat de heer Gerritsen van Bureau Jeugdzorg Amsterdam ons verwijt. In een interview in het Parool zegt hij: ‘Het is bangmakerij wat de jeugdpsychiaters nu doen terwijl ze er juist voor zijn om mensen van hun angst af te helpen.’

 

Dat klopt niet helemaal, wat meneer Gerritsen zegt. Angst moeten we niet meteen als ziekte bestempelen waar mensen vanaf geholpen moeten worden. Dat is immers medicaliseren. Angst is een hele normale en nuttige emotie. Pas als het overmatig is en verstorend voor het functioneren dan komt de psychiatrie eraan te pas. De vraag is dus of we mensen terecht waarschuwen of onnodig bangmaken.
Ontzorgen, demedicaliseren en normaliseren

 

Gemeentes zijn erop gebrand dat niet alleen de jeugdzorg maar ook de jeugd-ggz overgeheveld wordt. Niet gehinderd door veel detailkennis maar met een blijmoedig geloof in vooruitgang, stralen ze een gretigheid uit om dit varkentje eens grondig te wassen. Wat zijn ze van plan?

 

Ontzorgen, demedicaliseren en normaliseren. Dat ontzorgen klinkt al als ontwormen. Het verwijderen van een lastige parasiet. Demedicaliseren voorspelt ook weinig goeds voor geestelijke gezondheidszorg voor kinderen. Normaliseren zou minder eng hoeven zijn want dat proberen we in ons werk te doen. Hier klinkt het echter vermanend: doe even normaal, doe niet zo moeilijk!

 

Minder zorg, minder gezondheidszorg en doe even normaal. Ik vind dat krijsenswaardig. Je zou dat eens van de kindergeneeskunde moeten zeggen. Iedereen zou op zijn achterste benen staan en briesen van verontwaardiging. Maar dat is meer iets van een paard.
Big Bang

 

Als ik Kees Bakker van het Nederlands Jeugdinstituut mag geloven dan gaan we een Big Bang tegemoet. Een Big Bang! De uitspraken van mijn moeder zijn daarbij vergeleken flets. Jeugdzorg spreekt inmiddels van massaontslagen. Alle reden om te blijven krijsen als een mager varken. In de Jeugdwet komt het woord gezondheidszorg niet voor. ‘Ach ze zijn bang voor hun baantje’ hoor ik wel als tegenwerping tegen de kritiek op de transitie. Bang zijn voor je baantje is bij de 60.000 ondertekenaars van de petitie hooguit bij vijf procent aan de orde.
Kinderen en hun ouders

 

Deze overheveling treft ook en vooral kinderen en hun ouders. Als je kind een psychisch probleem heeft moet je straks eerst aan de keukentafel met mensen uit je netwerk zoals school en familie. Kijken of je er zelf niet kunt uitkomen. Ik word daar misselijk van. Onder ogen moeten zien dat je kind hulp nodig heeft is niet gemakkelijk.

 

Lekker dan: zo’n ballotage waarbij je je hele hebben en houwen op tafel moet leggen met de buren, de school, de huisarts en je schoonfamilie erbij. Mijn hemel, sta ouders bij! Je kind heeft misschien een psychische aandoening en jij moet je dit laten aanleunen. En als je deze ronde doorkomt, krijg je misschien een verleningsbeschikking van de gemeente. Lekker om met je anorectische dochter zo’n traject af te leggen of met je dwarse zoon, die later een autismespectrumstoornis blijkt te hebben of met je angstige kind die paniekaanvallen heeft.
Louter aannames

 

Op den duur gaat wat er overblijft van gezondheidszorg voor deze kinderen ook nog eens enorm achteruit in kwaliteit door minder wetenschappelijk onderzoek, minder animo voor het vak en vele andere problemen. En waarop is dit wetsvoorstel helemaal gebaseerd? Op louter aannames. Geen enkel onderzoek dat aantoont dat er werkelijk sprake is van medicaliseren, geen enkel proefproject dat aantoont dat de voorgestelde maatregelen effectief en kostenbesparend zijn.

 

Het varken krijst en gilt. Mijn moeder zei als ze iets beslist niet wilde: ‘Ik heb nog liever dat een beer me opvrat!’

 

“Mensen met een waakvlam” 

 

 
Die overheveling van alle jeugdhulp, inclusief de volledige geestelijke gezondheidszorg, naar de gemeente was natuurlijk alleen een middel. Het grote doel was de {politieke, bezuinigende} transformatie. Het omvormen van een versnipperd stelsel tot een samenhangend geheel, ontdaan van al die overbodige medicalisering {terwijl er wel een versnippering van bureaucratisch veel formulieren tevoorschijn kwam, zo bleek na 2015}. Gewoon mensen in de wijken weer ‘in hun eigen kracht zetten’. Boze tongen beweerden, dat de overheid alleen maar wilde bezuinigen en dat transitie een mooi woord was voor over de schutting kieperen met minder geld. Die mensen hadden er niks van begrepen.

 

Het grote verzet tegen deze overheveling, zeker vanuit de jeugd-GGZ mocht dan ook niet baten. Wij hadden het licht niet gezien of we verdedigden alleen onze eigen belangen. Dat er ook heel veel ouders meededen aan dat verzet werd genegeerd.
Uitbesteden

 

Intussen zijn we anderhalf jaar verder. De privacy is even goed geregeld als in een glazen huis, de eerste instellingen dreigen om te vallen, de wachtlijsten groeien en de bureaucratie heeft absurde vormen aangenomen.

 

Maar twee gemeentes zijn van plan volgend jaar écht serieus werk te maken van de transformatie. Nou, eigenlijk moeten we zeggen: werk te laten maken. Ze doen het namelijk niet zelf. Ze regelen de transformatie door een transactie. De gemeentes Alphen aan de Rhijn, Kaag en Braassem besteden voor 2017 alles uit. Op TenderNed, het marktplein voor aanbestedingen van de overheid, staat de opdracht om de totale jeugdhulp 2017-2019 vorm te geven. Het staat tussen een opdracht voor het plaatsen van elektrische deuropeners en een vraag naar een gevarenverzekeringen in.

 

Is dat innovatief of niet? Wat het rijk kan, kunnen wij ook, moeten de wethouders gedacht hebben. We schuiven alle taken en verantwoordelijkheden door naar één zorgaanbieder of een samenwerkingsverband. Wij zeggen hoe het moet en zij zijn voor alles verantwoordelijk. De opdracht gunnen we dan aan de economisch meest voordelige inschrijving. En gaat het mis, dan wijzen we naar de zorgaanbieder, die alles had moeten regelen.
We schakelen even over naar een willekeurige andere gemeente in Nederland.

 

‘Van Zanten, waarom hebben wij dit niet bedacht?’
‘Ik dacht dat we het zelf zouden moeten regelen, meneer de burgemeester. Ik had er niet aan gedacht dat we dit konden uitbesteden.’
‘Niet aan gedacht, niet aan gedacht… Wil je daar dan eens heel gauw aan gaan denken?’
‘Jawel, meneer de burgemeester. Ik heb al gebeld, meneer de burgemeester.’
Als de wethouder is vertrokken zucht de burgemeester. Moet ik dan alles zelf laten doen?
Terug naar Alphen aan de Rijn
Wie gaat de opdracht “winnen”?

 

Onder de vijftien bijlagen vinden we ook het 95 pagina’s (!) tellende aanbestedingsdocument Beter voor het kind en ruimte voor de professional (download). Een hoogtepunt van managementjargon. Ik citeer één van de prestatie-indicatoren: ‘Terugvalpercentage voor mensen met een ondersteuningsvraag (excl. mensen met waakvlam) is maximaal 40%’. Ik weet niet wat mensen met een waakvlam zijn en ik wil het ook niet weten.

 

Het stuk staat stijf van het juichproza dat we kennen van de jeugdwet. De wethouders tonen zich trouwe gelovigen van de filosofie die aan die wet ten grondslag lag. Demedicaliseren en normaliseren. Voor de rol van de gemeente is maar één pagina nodig. Want de zorgaanbieder moet àlles vormgeven. Daarbij is een vereiste, dat hij minstens 70 procent van de zorg zelf levert. De overige 30 procent mag hij uitbesteden aan onderaannemers. In totaal is er ruim 23 miljoen euro mee gemoeid die in de volgende jaar al teruggebracht wordt tot 20 miljoen (!). Let wel, met dezelfde eisen.

 

De jeugd-GGZ zal nooit 70 procent van alle zorg zelf kunnen leveren en moet dus als onderaannemer zien aan te haken bij een zorgaanbieder, die gaat inschrijven. Ze zal met alle potentiële kandidaten afspraken moeten maken, omdat immers niet op voorhand duidelijk is wie de opdracht gaat ‘winnen’. Kunt u zich voorstellen dat de cardiologie zo geregeld wordt? Of de chirurgie?
Kunt u het nog volgen?

 

Als meer gemeenten dit voorbeeld gaan volgen dan wordt het voor een instelling die met meerdere gemeentes te maken heeft, compleet ondoenlijk. En zijn we weer een stap dichter bij de totale afbraak van de geestelijke gezondheidszorg voor jeugdigen.

 

Kunt u het niet allemaal meer volgen? Wij ook niet. Onbegrijpelijk, dat de geestelijke gezondheidszorg voor jeugdigen afhankelijk is van een onderaannemerschap binnen een aanbesteding. Alsof het om een verbouwing gaat.

 

 

 

Petitie tegen jeugdwet:                     Een bedankje voor hen met inzicht:

 

“En nu? Open brief aan 96.209 ondertekenaars van de petitieJeugdGGZ”

 

 
Op 18 februari 2014 heeft de Eerste Kamer de jeugdwet aangenomen. De overheveling van de gezondheidszorg voor kinderen en jeugdigen met psychische problemen naar de gemeentes is daarmee een feit. {Het juridische begrip gezondheidszorg geldt anno 2015, en later, niet meer voor jeugdigen, daar het nu jeugdhulp heet met een vage definitie en vage naamgevingen, ondergebracht in vage wijkteams of anders verwerkt in organisaties per regio, waar dus slechts juridisch vaag een beroep {zie Jw12.3.5} op gedaan kan worden, en te vaag is niet best naar IVRK 24}.

 

De Eerste Kamer heeft veel aandacht besteed aan de jeugd-GGZ, er zijn extra waarborgen gekomen en er zijn ferme uitspraken gedaan dat geen kind in de kou mag komen te staan. Maar de overheveling zelf is overeind gebleven.

 

 
Zoveel protest

 

We wisten vanaf het begin, dat onze kansen klein waren. Maar toch: er was zoveel protest. Dat kon men toch niet volledig naast zich neer leggen? Protest van:

 

  • Meer dan 13.000 zorgprofessionals waaronder het merendeel van de medewerkers van jeugd-GGZ, mensen die de praktijk kennen;
  • Meer dan 60.000 ouders op wiens eigen kracht we toch meer moeten gaan vertrouwen?;
  • Meer dan 7000 artsen waaronder ruim 1700 huisartsen en ruim 1000 kinderartsen;
  • Meer dan 6000 leerkrachten en honderden schooldirecties;
  • Meer dan 1100 hoogleraren;
  • Meer dan 100 organisaties en instellingen, vrijwel het complete GGZ-veld.

 

En brieven van:

 

  • De Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen
  • De kernhoogleraren psychiatrie
  • De Europsese Unie van Medisch Specialisten
  • De Europese, Vlaamse en Duitse Vereniging voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie en nog veel meer brieven.
  • En van andere ouderorganisaties met onderbouwing en wetenschappelijk bewijs… {Zoals de SSF/ AZF}.

 

Teleurstelling

 

Het heeft niet mogen baten. Kennelijk zijn er andere krachten {ofwel de jeugdzorglobby, de werkgelegenheidsbeschermers} die sterker zijn dan het overweldigende verzet vanuit vrijwel het gehele veld, deskundigen, professionals en ouders. Dat doet pijn. Er zijn wel dingen bereikt die als troostprijs kunnen dienen maar dat neemt niet weg dat het belangrijkste doel om de jeugd-GGZ in het domein van de gezondheidszorg te houden niet is bereikt.
Wat nu?

 

Gedane zaken nemen geen keer, er is democratisch besloten om het zo te doen en democratie is een hoog goed. We zullen nu onze weg moeten vinden binnen een nieuw stelsel. De één zal er meer tijd voor nodig hebben dan de ander om de bakens te verzetten. Het valt ook niet mee, als je het zo bedreigend vindt voor de geestelijke gezondheidszorg en de kinderen die daarvan afhankelijk zijn, maar er is geen andere keus dan deze bittere pil te slikken. Daarmee bedoel ik niet dat we stoppen ons in te zetten voor een goede jeugdGGZ. Maar verzet blijven bieden is niet meer productief. We moeten er nu binnen dit stelsel het beste van maken.

 

Betekent dit dat we nu opeens alle bezwaren inslikken? Nee, we blijven van mening dat deze stelselherziening een bedreiging vormt voor de kwaliteit en beschikbaarheid van en privacy binnen de jeugd-GGZ. We zullen blijven signaleren en waarschuwen maar we gaan uit van de werkelijkheid, of die werkelijkheid ons nu bevalt of niet. De jeugd-GGZ wordt overgeheveld naar de gemeentes. Die zullen het gaan regelen.
Ongelijk

 

Begrijp me goed: we hebben niks tegen gemeentes. Ook daar werken mensen die het beste met kinderen voor hebben. Het was geen strijd tegen gemeentes die we voerden. Het was een strijd tegen een stelselherziening die volgens ons schadelijk uitpakt voor de gezondheidszorg voor kinderen met psychische aandoeningen.

 

Laten we hopen dat we enorm ongelijk krijgen. Uiteindelijk zijn kinderen en hun ouders er meer mee gediend als het meevalt.
Dus wat nu?

 

Ik ga maar meestribbelen, zei iemand. Mooi gezegd. Kritisch, maar meewerkend.

 

Eén van de mooie dingen, meer dan een troostprijs, is dat er zo’n eensgezindheid was in de strijd tegen de transitie. Zelfs ten onder gaan is fijner als je het samen doet.

 

Het zal nog niet gemakkelijk zijn om in de toekomst een zelfde gezamenlijkheid te bereiken met alle betrokken partijen. Van beide kanten zal het nog wel het nodige vragen om vertrouwen in elkaar te krijgen. Maar een begin is er. Wat ons verbindt is dat we allen de zorg voor kinderen zo goed mogelijk gestalte willen geven.

 

In de petitietekst staat al dat wij ook binnen een nieuw stelsel ons ervoor zullen inzetten de zorg voor kinderen met psychische problematiek zo goed mogelijk vorm te geven.
Nieuwe fase

 

Met deze blog sluit ik voor mij persoonlijk een fase van verzet tegen een wetsvoorstel af. Want het voorstel is wet geworden, hoe jammer ik dat ook vind. Er treedt nu een nieuwe fase in die een andere opstelling vraagt.

 

We hebben heel duidelijk laten horen welke zorgen er leven en dat is de moeite waard geweest. Nu uithuilen en opnieuw beginnen.

 

Ik wil besluiten iedereen die op welke manier dan ook meegeholpen heeft om de zorgen en bezwaren duidelijk te maken van harte te bedanken.

 

De petitiejeugdGGZ is direct nadat de jeugdwet door de eerste kamer was aangenomen gesloten op een stand van 96.209.