Stilgehouden corruptie in onze rechtspraak ­–

 

 

 

 ”Bij mijn weten is er nog nooit een rechter door de Hoge Raad ontslagen. Dat zou misschien wel eens moeten gebeuren. Het kan niet waar zijn dat alle rechters altijd goed hebben gefunctioneerd. Zoiets wordt meestal  met de mantel der liefde bedekt of op een andere manier opgelost”. Met enkele in opspraak geraakte rechters in zijn directe omgeving  moet hij geweten hebben over wie hij sprak, inclusief het toedekken. En inderdaad, bij falende politie-agenten gaat het er heel wat minder discreet aan toe. Ook anders dan bij  advocaten, notarissen, accountants en medici e.a..   Maar goed, daar kán je in ieder geval terugvallen op tuchtrechtspraak als corrigerend mechanisme. Af en toe lees je dan ook dat een advocaat van het tableau is geschrapt of een notaris uit zijn ambt is gezet. Maar bij rechters, de belangrijkste beroepsgroep waar het integriteit betreft, gaat het op de door Van Delden beschreven manier.

En nog steeds, want het in 2014 ingediende wetvoorstel om rechters bij ongeoorloofd gedrag of andere ongewenste situaties een passende maatregel op te leggen is nog steeds niet van kracht. Niet dat er iets zal veranderen zoals hierna zal blijken, want het probleem is niet te weinig wetgeving maar een verkeerde mentaliteit en een lamlendig management. De rel rond Wilders’ beveiliging liet zien waartoe dat kan leiden. Maar kent Nederland naast corrupte politie-agenten eigenlijk wel corrupte rechters? In 1890 promoveerde H.Ph.’t Hooft in Leiden op zijn proefschrift Omkooping van (rechterlijke) ambtenaren. Voor velen is die suggestie alleen al, ruim 100 jaar later, nog steeds onverdraaglijk, bijna politiek incorrect. Dan liever verhullende termen als disfunctioneren of falen. Maar als rechters ook maar gewone mensen zijn is het voor de hand liggend dat er ook rotte appels tussen zitten. Rechters zijn weliswaar gewone mensen, maar wel met veel macht. En macht corrumpeert en absolute macht corrumpeert absoluut, aldus historicus Lord John Dalberg-Action in 1887. Om daarvoor je ogen te sluiten is niet aandoenlijk naïef maar bewust wegkijken. Voor de goede orde: een  corrupte rechter is iemand die de essentie van zijn unieke functie negeert en zich niet laat leiden door feiten en wetten, maar uitsluitend door een van te voren vaststaande uitkomst. Uit eigen belang of tegen betaling dan wel een wederdienst van een procespartij en/of diens advocaat.

 

Boze burger begrijpt niets van het recht –

 

Ruim 20 jaar geleden presenteerde ik samen met enkele medeburgers onder grote belangstelling van de pers ons IRM rapport (Integriteit Rechterlijke Macht) aan de minister van Justitie, de president van de Hoge Raad en leden van de Tweede Kamer. Na zeer slechte ervaringen in de rechtszaal hadden we uitgebreid onderzoek gedaan in o.a. het Amsterdamse gerechtshof. Makkelijk ging dat niet want eerst werd de toegang geweigerd in opdracht van “den Haag” zodat we moesten dreigen met een KG voordat we toegang kregen tot de archieven. In een jaar tijd ‘bestudeerden’ we zo’n 2500 civiele arresten verdeeld over 10 jaar. D.w.z. we noteerden de namen van raadsheren, advocaten en procespartijen. Aangevuld met informatie uit andere bronnen zagen we een opvallende relatie tussen de winnende procespartij enerzijds en de nevenfuncties van raadsheren en advocaten die tevens raadsheer waren, anderzijds. We hadden een mooi overzicht gemaakt van raadsheren die zich eigenlijk hadden moeten verschonen. Het ging dan om een raadsheer die een familielid of broodheer van een nevenfunctie liet winnen of advocaten die als plaatsvervangend raadsheer hun kantoorgenoot konden feliciteren met de goede afloop.  

 

De reacties op ons rapport waren zeer divers. Regelrechte complimenten voor dit onthullende en echt onafhankelijk onderzoek en een reeks verzoeken uit het land om ook andere zaken eens tegen het licht te houden. Maar ook felle verwijten van vooral advocaten, rechters en hoogleraren op dit “niet-wetenschappelijke onderzoek ”. We “begrepen niets van het recht” of waren “van wrok bezeten querulanten“ die het aanzien van de rechtspraak aantastten. Onze beschuldigingen van belangenverstrengeling werden meteen geridiculiseerd en gereduceerd tot hooguit een schijn van belangenverstrengeling. Aangevuld met gratuite colleges van hoogleraren (vaak zelf plaatsvervangend rechter) dat de rechtspraak in NL tot de allerbeste van de wereld behoorde. Absoluut integer, onpartijdig, onafhankelijk en betrouwbaar. In koor overdreven op hun beurt rechtbankpresidenten door te benadrukken dat zaken met de grootst mogelijke zorgvuldigheid aan rechters werden toegewezen. Om belangenverstrengeling, pardon, de schijn van belangenverstrengeling, te voorkomen.

'Partijdige rechters' kwam in Nederlandse rechtszalen immers niet voor werd ons keer op keer verzekerd. Desondanks weigerde de Hoge Raad een paar maanden later ons toch maar de toegang voor eenzelfde onderzoek in hun openbare uitspraken. Ineens stond die dekselse zorg voor de privacy van de procespartijen in de weg!  Het overdreven ontkennen van belangenverstrengeling was niet slim. Het probleem was juist dat niemand wist welke rechters er eigenlijk nevenfuncties hadden en zo ja hoeveel en waar. Hoe kon je dan uiterst zorgvuldig zaken toewijzen? Dat gebeurde in de praktijk ook niet want vice-president Lion uit Arnhem met een betaalde nevenfunctie bij Ohra werd juist op Ohrazaken gezet, die Ohra allemaal won. Was het dan  toch zo dat de geldelijke beloning voor die nevenfunctie van beslissende invloed was? Voor wat hoort wat, tenslotte. Minister Sorgdrager vond het in ieder geval nodig om enkele weken later de wet Wrra aan te passen door rechters te verplichten hun nevenfuncties per 1/1/97 openbaar te maken. Maar de wet had vanwege de voorgeschiedenis een slechte nestgeur en riep weerstanden op.

 

Geheimhouden nevenfuncties (g)een probleem –

 

Het Algemeen Dagblad kopte 5 maanden later dan ook met de grootst mogelijk letter “rechter houdt massaal bijbanen stil”. Vele rechters vertikten het om iets in te vullen of “vergaten” sommige nevenfuncties zoals een commissariaat bij DSM en Hoogovens bijvoorbeeld. En presidenten van de rechtbanken durfden niet in te grijpen. “Ik heb ze er al meerdere malen op gewezen maar de animo ontbreekt” gaf Mr R.C. Gisolf uit Amsterdam als reactie. Zijn Haagse collega Van Delden: “Een deel vertikt het, of vindt het niet nodig”. Voor de goede orde: niet nodig om een wet na te leven! Toen een paar maanden later de situatie niet verbeterde werd hij daarop in de pers aangesproken. Nu loog hij: “Van geheim gehouden nevenfuncties is nimmer sprake geweest” (NRC 07/11/97). Hoe moeilijk kon het zijn om een lijstje met nevenfuncties in te leveren? Moeilijk blijkbaar en heel gevoelig want 3 jaar later constateerde het WODC dat veel rechters nog steeds niet hun nevenfuncties openbaar maakten. Mr P. Kalbfleisch, uit dezelfde Haagse rechtbank waar 3 jaar eerder nog nimmer nevenfuncties geheim waren gehouden, antwoordde desgevraagd namens zijn achterban, de NvvR, dat dat “hooguit teleurstellend” en “een punt van aandacht” was. Maar het was “geen groot probleem” dat rechters de wet overtraden (11/10/00 AD ). Over dit WODC onderzoek zei hij letterlijk: “Ik kan me nuttiger onderzoek voorstellen, er staat niets nieuws in, maar ja het ligt er….     Ik heb nog nooit een rechter meegemaakt die niet eerlijk was”. Dat zei veel over het beoordelingsvermogen van Kalbfleisch die op dat moment samen met zijn collega Westenberg tot over zijn oren in de Chipsholzaak zat en die als liegende en meineed plegende rechter de geschiedenis in zou gaan.

Hugo Smit, de advocaat van Chipshol schreef er een onthutsend boek over hoe de eerlijke Westenberg met grote voorspellende gave hem toebeet dat z’n klant zijn zaak toch nooit zou winnen. Ongeveer 10 jaar later stelde het Financieel Dagblad nog eens vast dat er nog steeds rechters waren die hun nevenfuncties verzwegen. Niemand die er nog van opkeek of onrustig van werd en de citaten hiervoor, in het openbaar gedaan legden het echte, fundamentele probleem bloot: een grenzeloze arrogantie en zieke mentaliteit zonder enige corrigerende leiding. Bijna provocerend had Kalbfleisch nog te kennen gegeven dat een rechter – ook bij niet geregistreerde, fors betalende nevenfunctie – zelf heel goed kan uitmaken wanneer hij niet langer objectief is. Eigenlijk zei hij namens zijn achterban: vertrouw ons nu maar, wij hebben geen regels en toezicht nodig want wij kunnen zelf heel goed uitmaken hoe we met de aan ons gegeven macht omgaan. En hoe onvoorstelbaar dat was werd kort daarop duidelijk. In de lesboekjes van rechtenstudenten, in inburgeringscursussen, brochures en websites van justitie staat het zo braaf. Nederland is een democratische rechtstaat waar iedereen, burger, organisatie en overheid zich aan de wet moet houden. En de doorsnee  burger denkt er ook zo over zonder te weten wat er achter die goed gesloten deuren plaatsvindt.

 

De Wassenaardeal –

 

Een schokkend kijkje daarachter gaf de Wassenaarse miljonair Eddy de Kroes. Die was door de Hoge Raad veroordeeld tot 2 jaar gevangenisstraf wegens fraude. Maar daar waren z’n vrienden het niet zo mee eens. Die kregen het voor elkaar dat (officier van justitie) OvJ Hans Vos hem in 1992 een briefje overhandigde waarin stond dat hij z’n straf niet hoefde uit te zitten. En het  werkte! Ook toen deze geheime deal onbedoeld in 2003 bekend werd en de Haagse vice-president Paris daar iets van moest vinden. En die vond op aangeven van mr Spong dat De Kroes na zoveel opgewekt vertrouwen door de Staat definitief niet meer naar de gevangenis hoefde! Maar Vos ook niet voor zijn in opdracht gepleegde ambtsmisdrijf evenmin als zijn superieuren. Want tot ieders grote opluchting wist Vos niet meer van wie hij dat briefje had moeten schrijven. Dus eind goed al goed want zo bleven ook de vrienden van De Kroes veilig buiten beeld. En als dank voor zoveel discretie: een promotie voor Hans Vos.

En de Hoge Raad die De Kroes veroordeeld had?

Daar wisten ze altijd al dat de conclusie uit het IRM-rapport er niet zover naast zat, namelijk dat je ook in NL met de juiste nestgeur, relaties of enveloppe het recht gewoon naar eigen hand kon zetten.

Het hoogste rechtscollege in “de internationale stad van vrede en recht” liet zich voor de gelegenheid niet door ‘van wrok bezeten querulanten’ maar door eigen mensen als een volstrekt irrelevant, nep college wegzetten.

En….  zonder enig protest, want héél Nederlands: na deze majeure ondermijning van de rechtstaat dit keer géén Kamervragen, geen voorpaginanieuws, geen verontwaardigde hoogleraren, advocaten of (want geen Wilders) nabeschouwing in Buitenhof.

Alleen, ere wie ere toekomt, Eric Smit (ex Quote) die de zaak ooit naar buiten bracht voorzag de hele kwestie in Follow the money  van extra details. En Peter R de Vries weidde er in de Telegraaf onder de titel “een walm van corruptie en vriendjespolitiek” een column aan. De ontluisterende conclusie van deze Wassenaardeal  kan niet anders zijn dat als de dames en heren in toga, achter goed gesloten deuren desgewenst zelf probleemloos het fundament onder de rechtstaat wegslaan.

En omdat in die kringen iedereen toekijkt, zwijgt en niet ingrijpt werd de wijsheid van Einstein nog eens bevestigd dat de wereld geen gevaarlijke plaats is omwille van hen die het kwaad begaan, maar omwille van hen die alles afremmen en laten begaan. De meeste rechtszaken kennen een hoog welles/nietes gehalte zoals menig ruzie op een schoolplein. Vele zijn met de juiste vraag, het voor handen zijnde bewijs of zelfs een telefoontje (‘had u die avond dienst’) simpel op te lossen. Maar als processen 10, 20 of zelfs 30 jaar(zie verderop) duren dan weet je dat één procespartij wordt ontzien en de ander kapot wordt geprocedeerd. Vergeleken met een Wassenaardeal  is het creatief omgaan met en negeren van feiten, beginselen, wetten en procedureregeltjes door rechters ten behoeve van een favoriete procespartij, immers een kleinigheid. Een rechter vindt tenslotte iets wel of juist niet (on)voldoende aannemelijk. Anders gezegd: de feiten bepalen voor de rechter niet het vonnis, maar de rechter bepaalt met het vonnis de feiten. Van de ene rechter krijg je voor dezelfde gebeurtenis een schadevergoeding van de andere of in hoger beroep, kan je ernaar fluiten.

 

Geen straf voor disfunctionerende rechters –

 

Rechters beroepen zich graag op hun onpartijdigheid en professionaliteit. Een partijdige rechter laat zich dan ook vergelijken met een piloot met een chronisch drankprobleem. Daar kán een landing nog best goed aflopen maar bij een partijdige rechter maak je geen schijn van kans. Maar de één heeft niets te zoeken in een cockpit, de ander niets in een rechtszaal. Dat er foute rechters bestonden werd voor het eerst in 2011 groot in het nieuws gebracht door RTL Nieuws.  Met de aanhef “foute rechters nauwelijks aangepakt” en een aantal voorbeelden (dronken achter het stuur, ongewenste intimiteiten, e.d.) werd  verre van geruststellend meegedeeld dat het nog maar het topje van de ijsberg betrof. Als een dergelijk bericht over piloten zou verschijnen, zou de betreffende maatschappij de volgende dag failliet zijn. Maar rechters mogen aanmodderen. Het toezicht en de regeltjes van de Raad v.d. Rechtspraak (RvdR) kosten weliswaar veel geld maar leveren weinig op. Een meerderheid van de tweede kamer vindt ondertussen dat disfunctionerende rechters in rang verlaagd of overgeplaatst moeten kunnen worden en minister Opstelten diende in 2014 zelfs een wetsvoorstel in om foute rechters harder aan te kunnen pakken. Angstvallig wordt het woord corruptie, fraude of schending ambtseed in de toelichting vermeden. Maar waarom zouden meer regeltjes effect hebben als het “management” van rechtbanken na ruim 15 jaar niet eens in staat is om een lijstje met alle nevenfuncties te overleggen?

 

Ongetwijfeld zal het merendeel der rechters iedere dag gewetensvol en integer aan het werk gaan en op de website van de RvdR staat het zo mooi: Voor iedereen geldt hetzelfde recht. Voor iedereen gelden dezelfde regels. Als 2 partijen een conflict hebben over de regels, beslist de rechter. Als een partij het niet eens is met de beslissing van de rechter, kan hij in hoger beroep. Een hogere rechter kijkt dan opnieuw naar de zaak, met een frisse blik. Maar rechters zijn ook gevaarlijke ambtenaren waar je geen ruzie mee moet maken. Dat ondervond Hugo Smit die een hoge prijs betaalde voor zijn verwijt dat Westenberg hem intimiderend had opgebeld. In plaats dat de RvdRechtspraak  Westenberg tot de orde riep mocht de onder ede liegende Westenberg  juist op gemeenschapskosten procederen tegen Smit. Na 13 jaar kwam het gerechtshof bij zinnen en stopte Westenberg af die, in strijd met de gedragscode, als rechter en passant ook nog betaalde adviezen bleek te geven. Een schaduw over zijn vertrek was daarom dat zijn meineed onbestraft bleef en hij in plaats daarvan een gouden handdruk meekreeg bij zijn vervroegd pensioen. Het ongestraft meineed plegen in civiele procedures (het OM vervolgt toch niet) is overigens de meest ondermijnende vorm van een eerlijk proces. (Liegen in de rechtszaal loont, Nwe Revu 26/10/16)

 

Machtsmisbruik en knevelarij –

 

Maar het kan erger. En vanwege de agressieve bejegening die mr Hugo Smit ten deel viel wordt hier verder gerefereerd aan Mr X – inmiddels werkzaam in de Hoge Raad – die eveneens volledig in bescherming wordt genomen door het OM en de RvdR. Wat was het geval?  

 

Ir. A. Mol (AM) werd door zijn ex-werkgever KTI vanaf 1980 tot heden achterna gezeten omdat hij met zelf ontwikkelde software voor zich zelf was begonnen. KTI verweet dat hij geheime know how had gestolen maar AM stelde dat hij gebruik had gemaakt van een open Italiaanse bron. De Haagse KG rechter Bondam was in 1980 dan ook snel klaar met de eis van KTI die niets kon en wilde bewijzen. KTI begon toen een bodemprocedure 80/5207 maar werkt niet mee aan een deskundige-onderzoek. Na 9 jaar vraagt en krijgt AM verval van instantie. Maar dan spant Pyrotec/KTI corp  rechtszaken aan in de VS. Die lopen na bijna 4 jaar in 1992 op dezelfde manier af, d.w.z. geen  uitspraak.

Wel leverde het KTI  Italiaanse verklaringen op waaruit moest blijken dat KTI al sinds eind jaren 70/begin ‘80  auteursgerechtigde was. In december 1992 neemt  KTI in Nederland AM namens meerdere firma’s uit het KTI-concern opnieuw onder vuur, dit keer bijgestaan door mr S. de Wit tevens rechter plaatsvervanger en wederom in KG want volgens mr X is er na 13 jaar nog steeds een spoedeisend belang.

Het KG begint goed, d.w.z. mr X vraag expliciet aan KTI of Mol die know how  gestolen kon hebben.

KTI moet dan erkennen dat dit niet mogelijk was maar X negeert die cruciale mededeling in zijn uitspraak! De KTI-advocaat heeft blijkbaar al een conceptvonnis in bezit want een stagiaire stuurt dat per abuis aan Mols advocaat. Die had nog nooit zoiets meegemaakt en concludeert met een geraadpleegde collega: vooroverleg.  Mr X oordeelde (KG 93/677) dan ook dat AM zijn software moest afgeven, de namen van zijn afnemers bekend moest maken en hen in een voorgeschreven brief moest meedelen dat hij illegale software aanbiedt. Bovendien krijgt KTI verlof om beslag te leggen op zijn huis, auto en bankrekening en hem zelfs mag gijzelen. Tot woede van KTI haalt mr. Mars de advocaat van Mol, de kern van het vonnis van Mr X onderuit in een verklaring waarin hij o.a. meedeelt:  ”…… On that occasion I heard KTI bv admit, in answer to a question asked by the President, that no secret know-how concerning Spyro (= software programma) was available at KTI v during the employmentr  of Mr. Mol with KTI bv……” 

AM weigert ook aan de geboden te voldoen en een jaar later wordt zijn huis en auto verkocht, zijn Nederlandse bankrekening leeggehaald en wanneer hij wordt aangehouden voor de gijzeling wordt hem in een spoed KG het zwijgen opgelegd. Zonder inachtneming van de wettelijke formaliteiten wordt hij afgevoerd naar het huis van bewaring. De maatschap van Mols advocaat is inmiddels dermate onder druk gezet dat zijn advocaat niet meer komt opdagen. Vanuit de gevangenis moet hij op zoek naar een nieuwe advocaat.

Die heeft 2 procedures en 129 dagen nodig voordat Mol vrij komt en nog eens 2 procedures en 3 jaar voordat in rechte vastgesteld werd dat de gijzeling “ab initio” onrechtmatig was. De klacht van Mol over partijdigheid tegen mr X wordt door diens collega Van Delden afgedaan als stemmingmakerij. Vervolgens waren er weer 13 jaar nodig, inclusief een klacht bij het EHRM dat het Haagse gerechtshof veroordeelde voor justice delayed, justice denied om het tot een uitspraak te dwingen. In een ware volte face stelde het gerechtshof (96/1350) vast dat KTI pas vanaf 1990 het auteursrecht (AR) via een mondelinge overdracht (zwaar bekritiseerd door deskundigen!) zou hebben verkregen. Daarmee kwam vast te staan dat AM vóór 1990 geen inbreuk gemaakt kon hebben op het auteursrecht hetgeen mr X al 16 jaar eerder wist. Onbedoeld werd ook duidelijk dat KTI al die tijd op basis van valse verklaringen had geprocedeerd. De aan Mol opgelegde dwangsommen gingen overigens niet van tafel en belopen inmiddels meer dan € 300-miljoen. Geïnteresseerden kunnen op zijn website (alfred-mol.vpweb.be)  alle uitspraken, bewijsstukken en verklaringen terugvinden.

 

Nawoord –

 

Van enig zelfreinigend vermogen bij de rechterlijke macht is nauwelijks sprake. Boterzachte richtlijnen, gedragscodes en een wetswijziging om rechters harder aan te pakken blijkt vooral windowdressing. Als de beroepseed serieuzer genomen zou worden had menig rechter al voor het leven geschorst kunnen worden. Maar ook de huidige ontslagprocedure bij de PG van de HR is een farce (Van Delden heeft gelijk dat er nog nooit iemand langs die weg ontslagen is). En omdat het de uitvoerende macht en de wetgever wel erg goed uitkomt dat ze zich wegens de scheiding der machten nooit met partijdige rechters mogen, willen en hoeven te bemoeien, kunnen misstanden zoals hierboven beschreven blijven voortbestaan.

 

Het bovenstaande toont ook aan dat partijdige rechters lange procedures uitlokken, de werkdruk verhogen en nodeloos beslag leggen op capaciteit en middelen. Alleen advocaten (uurtje factuurtje) spinnen er garen bij.  Een verzoek van Mol om schadevergoeding voor de onrechtmatige gijzeling werd afgewezen door de RvdRechtspraak.   Mol (en velen met hem) hebben het wel  gehad met de dames en heren in toga. Voor compensatie is hij eigenlijk aangewezen op een Wassenaardeal á la De Kroes die bewezen heeft dat als het er echt op aan komt, buiten de rechtszaal veel mogelijk is.        ________

*:

mr. P.P.M. Ruijs :
Mr Paul Ruijs (69 in 2017) heeft jarenlang een juridisch advies- en onderzoeksbureau gehad dat zich vooral bezig hield met belangenverstrengeling binnen de rechtspraak.  Zijn grootste wapenfeit was dat hij samen met anderen bij de minister een wet afdwong die rechters verplichtte om hun nevenfuncties openbaar te maken. Daar maakte hij geen vrienden mee en als luis in de pels van rechters en advocaten kreeg hij vooral het advies van gepensioneerde rechters om daar mee door te gaan. Hij ervaart dat de rechters met deelname aan tv-programma’s zoals “in de ziel gekeken” van Coen Verbraak er veel aan gelegen is om het imago op te poetsen, maar dat er onderhuids niet veel veranderd is aan de oude mechanismen.  En ook de MSM zijn veel terughoudender geworden met kritische berichtgeving over rechters, tenslotte de enige tegenkracht die ze in ruil voor hun onafhankelijkheid moeten dulden.      --{Conform:

 

https://jeugdbescherming.jimdo.com/kwaliteit/wat-rechters-niet-willen-weten-meten/ :

Daardoor zullen weinig rechters (bij een matige pleitnota van de ouders) doorzien dat de jeugdbescherming traineert om langer $ubsidie binnen te halen:

 

https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI%3ANL%3ARBROT%3A2018%3A6779&showbutton=true&keyword=Jeugdwet+ :

Resterend verzoek machtiging gesloten jeugdhulp werd afgewezen. Na half jaar nog geen zicht op start noodzakelijk persoonlijkheidsonderzoek, omdat gemeente, gesloten jeugdhulpinstelling en voogdij-instelling (de G.I.) zich geen van drieën verantwoordelijk acht voor de financiering ervan. De kinderrechter is van oordeel dat de G.I. als ‘voogdes’ de verantwoordelijkheid hiervoor draagt. (VERVOLG OP ECLI:NL:RBROT:2018:6778.)

 

De G.I. dient de ‘ernstige bedreiging’, genoemd in de tekst van BW1:255, voortvarend op te lossen, en daarbij geldt het kinderrecht (IVRK art. 24 lid 1) op onbezwaarde toegang tot de gezondheidszorg, ook voor ouders om aan die oplossing mee te werken.  (Financieringssmoesjes zijn dus niet-rechtsgeldig en strijden derhalve met internationaal recht!!!)

Ook is er immers een jeugdhulpplícht in de Jeugdwet!

 

 

Het is ouders' plicht in  BW1:247  om daaraan zèlf te werken waar de bekende praktijk is dat de jeugdzorg daartoe te ondeskundig is;  jeugdzorg is geen gezondheidszorg, en de kwaliteit is dus ook verre van waar het kind-met-gezinsbanden recht op heeft.

De reeks op https://kinderbescherming.jimdo.com/kritiek-van-deskundigen/diverse-deskundige-meningen/menno-oosterhoff-1-beleid/  maakt duidelijk dat deze bureaucratische opstelling van G.I.’s voorzien was!

Ouders kunnen op https://jeugdbescherming.jimdo.com/kwaliteit/  met diverse hoofdstukken goede argumenten opdoen!!!