Een blog van Robert Vermeiren.
De misvattingen van de jeugdzorglobby &
de politiek die gelooft zonder degelijk wetenschappelijk onderzoek
Prof. dr. Robert R.J.M. Vermeiren (1968) is hoogleraar Kinder- en Jeugdpsychiatrie aan het LUMC, hoogleraar forensische jeugdpsychiatrie aan de VU en directeur Patiëntenzorg van Curium-LUMC. Een blog, een artikel van hem dat echt belangrijk is geweest en nog bewijs levert van de onverschilligheid van politici als het
om de objecten aankomt die werkobject zijn voor de 'jeugdzorg', de black-box die 'jeugdzorg' e.d. heet.
Jeugdpsychiatrie uit gezondheidszorg
1 januari 2015 ging de kinder- en jeugdpsychiatrie uit het basispakket, twitterde ik (RV) recent. Dat had de zorgverzekeraar me bevestigd. Alle jeugdzorg, inclusief kinderpsychiatrische zorg, komt dan geheel onder gemeentelijke verantwoordelijkheid. Dit in het kader van de stelselwijziging jeugd, ook de 'transitie jeugdzorg' genoemd. Deze tweet leverde een stroom aan verbaasde reacties op.
Nochtans is het zo; per 1 januari 2015 is de kinder- en jeugdpsychiatrische zorg door de gemeente gefinancierd. Voor behandeling van kinderen met pestproblematiek, autisme, schizofrenie, onveilige gehechtheid, of na seksueel misbruik enz. moet u nu bij de gemeente aankloppen.
Dat velen hier bezorgd over zijn, is evident. Destijds is daarom een petitie-actie gestart. En waren ruim 96.000 ondertekenaars waarvan velen hoogleraren, specialisten, deskundigen, en ouders...
Dat de jeugdzorg, inclusief de jeugd-ggz, aan verandering toe is, kan niet worden ontkend. De zorg is dermate versnipperd dat kwetsbare kinderen te vaak tussen wal en schip vallen. Er moet meer en vooral beter worden samengewerkt, de zorg moet dichter bij gezinnen worden georganiseerd. De cliënt moet centraal staan en niet het aanbod. Deze inhoudelijke omslag ondersteun ik, en velen met mij, actief. Ik zie namelijk ook de voordelen van werken volgens principes van bijvoorbeeldeigen kracht.
De initiatiefnemers van de ‘zorg over jeugd ggz’ petitie hebben me bevestigd het hier geheel mee eens te zijn. Hun zorg betreft de transitie, de organisatorische verandering waarbij de jeugd-ggz uit de zorgverzekering gehaald wordt en onder gemeentelijke verantwoordelijkheid komt. Noodzakelijke inhoudelijke veranderingen zullen hier immers aanzienlijk door gehinderd worden.
De petitie was nodig! Al werd die getekend en ingeleverd genegeerd door de politiek.
Ondermeer om volgende redenen:
Autisme, anorexia nervosa, psychose, … zijn psychiatrische aandoeningen die kinderen en gezinnen onverwacht zwaar kunnen treffen. Artikel 24 van het Internationaal Verdrag van de Rechten van het Kind (IVRK; onderaan), dat Nederland heeft ondertekend, bepaalt dat elk kind recht heeft op geneeskundige zorg en revalidatie. In de nog te publiceren jeugdwet (de wettelijke basis van de transitie) vervalt dat recht, en wordt het vervangen door een ‘leveringssplicht’ van de gemeente. Recent werd echter bericht dat ook dit zou vervallen.
Als de gemeente vrij beleid kan maken, zal elk kind in Nederland nog op gelijke wijze zorg krijgen? Hoe ongelijk zal de zorg worden, en wat als een gezin verhuist, of ouders co-ouderschap hebben en in verschillende gemeentes wonen? …
Het begrotingstekort binnen de 3 procent houden, dat is dé reden om de transitie stevig door te drukken. De bezuinigingen op de jeugdzorg staan immers in het regeerakkoord gebeiteld; 15 procent korting op het jeugdzorgbudget moet 450 miljoen euro opleveren. De consequenties voor de directe zorg aan gezinnen zal wellicht veel groter zijn. Daar laat Kees Bakker van Nederlands jeugdinstituut in zijn column geen twijfel over bestaan.
De bezuinigingen in de GGZ hebben de jeugd-ggz al zwaar getroffen. De gemeenten krijgen dus een sterk uitgeklede jeugd-GGZ toegestopt. Daar een uitgangspunt van de transitie is om zogenaamd zware en dure specialistische zorg te vermijden, is de kans groot dat bezuinigingen op de jeugd-GGZ na 2015 veel groter zijn dan 15 procent. Dat dit gevolgen heeft voor de beschikbaarheid en kwaliteit van de zorg, is evident.
Nu al bevinden vele gemeenten zich in een financieel benarde situatie. De komende jaren krijgen de gemeenten samen met jeugdzorg tal van andere taken in ‘sociale domein’ toegestopt. Wat nu tezamen 30 miljard euro kost, moeten ze met 16 miljard euro doen. ‘Plasterks project X’, noemde Marc Chavannes het recent in het NRC. Omdat de gelden niet geoormerkt zijn, zijn de gemeenten niet verplicht ze te besteden aan de jeugdzorg. Hoe goed een gemeente het ook meent, de kans dat ze uiteindelijk gedwongen worden de beschikbare gelden te besteden om gaten te vullen, is zeer reëel.
Intussen zijn er meerdere kritische rapporten en brieven van het ministerie zelf, de kinderombudsman, Defence for Children, cliëntenorganisaties en het veld gepubliceerd (zie mijn eerdere blogs Gemeenten vertrouwen moet je verdienen). Sindsdien zijn er nog meerdere bijgekomen, waaronder een kritisch rapport van de Transitiecommissie en recent opnieuw de Kinderombudsman, die opriep voor meer aandacht aan de groep van LVG jongeren. Recent heeft het VNG zelf een onderzoek afgedwongen, omwille van de financiële en uitvoeringsrisico’s. De trein rijdt gewoon door, heeft het kabinet desondanks besloten.
Zorgaanbieders, zowel instellingen als particulieren, beleven hoogst onzekere tijden. Het is geheel onbekend hoe het er vanaf 2015 uitziet. De gemeenten kunnen het ons uiteraard ook niet vertellen, daar ze nog volop beleid aan het maken zijn. Als de scenario’s die Kees Bakker in zijn blog schetst ook maar enigszins waar zijn, dan volgt een sociaal bloedbad. Bange tijden voor de 10.000-en medewerkers in onze sector.
Het doel is versnippering tegengaan. Er worden echter nieuwe schotten gecreëerd, tussen de zorg voor kinderen en de zorg voor volwassenen, tussen de somatische zorg en de jeugd-GGZ. Doordat de psychiatrische zorg voor kinderen en volwassenen anders georganiseerd zal worden, is waarschijnlijk dat ouders op andere zorg aanspraak zullen kunnen maken dan hun kinderen. En dat kinderen, eens volwassenen geworden, meer of minder zorg zullen krijgen. Bovendien is het de vraag of ouders voor hun kinderen nog beroep zullen kunnen doen op hun eventuele aanvullende zorgverzekering.
Een laatste reden van zorg, en waarom ik wil oproepen de petitie te tekenen, is dat de jeugd-GGZ op landelijk niveau bij dit alles slechts in de marge betrokken wordt. Vanuit de jeugd-GGZ is meermaals aangeboden op constructieve wijze mee te meedenken. Het rapport van Gastel, in opdracht van het ministerie gemaakt, is door de sector erg positief ontvangen. Het biedt een kader waarbinnen de noodzakelijke inhoudelijke veranderingen verwezenlijkt kunnen worden.
Ik wil niet afsluiten zonder nogmaals te benadrukken dat ik de transformatie, de inhoudelijke verandering van de jeugdzorg, noodzakelijk vind. Goede zorg voor kwetsbare kinderen gaat me immers nauw aan het hart. Daar zal ik me blijvend voor inzetten. Zelfs ook als de transitie ondanks alles wordt doorgezet. Met de gemeenten zal ik actief samenwerken om er het beste van te maken. Daar kunnen alle gezinnen die zorg nodig hebben op rekenen.
Om bovenvermelde reden zal ik echter blijven wijzen op de risico’s van deze transitie. Ook dat hoort bij goed hulpverlenerschap.
====
Robert Vermeiren
Hoogleraar kinder- en jeugdpsychiatrie
Directeur patiëntenzorg Curium-LUMC
Hoogleraar forensische kinder- en jeugdpsychiatrie VUMC
Nog bewerken tot datum 2016
Kinderrechtenverdrag IVRK artikel 24:
Voor jeugdigen:
"Als je ziek bent of je hebt iets meegemaakt waardoor je in de war bent, dan heb je recht op echte hulp. Je ouders of verzorgers moeten ervoor zorgen dat je die hulp krijgt, ook al bemoeit 'jeugdzorg' zich ermee. En de overheid moet ervoor zorgen dat er genoeg goede dokters en andere personen bij om je daarbij te helpen. Ook moeten er genoeg goede plekken zijn waar je geholpen kan worden, zoals ziekenhuizen, of therapeut aan huis. Maar er moet ook genoeg worden gedaan om te voorkomen dat je - ook psychisch - ziek wordt. Voorkomen is namelijk beter dan genezen. Daarom moet er genoeg informatie zijn over gezond leven en opgroeien en moet je ergens terecht kunnen als je daar wat hulp bij nodig hebt."
Voor volwassenen:
Lid 1. De Staten die partij zijn, ook Nederland, erkennen het recht van het kind op het genot van de gróótst mogelijke mate van - ook psychische - gezondheid en op voorzieningen voor de behandeling van ziekte en het herstel van de gezondheid. De Staten die partij zijn, streven ernaar te waarborgen dat geen enkel kind zijn of haar recht op tóégang tot deze - diagnostisch/therapeutische - voorzieningen voor gezondheidszorg wordt onthouden (waar de 'jeugdzorg' dit vaak negeert).
Deze website is met Jimdo gemaakt. Registreer je nu gratis op https://nl.jimdo.com