De mystificatieschijven van jeugdzorg

voordat de rechter mag beslissen….

 

Van de site http://svensnijer-essays.blogspot.com/2018/02/feiten-opleuken-tot-belastende.html van Sven Snijer een inzichtgevend essay over hoe  van roddel en beweringen ‘feiten’ gemaakt worden... 

 

De ‘jeugdzorg’ (van wijkteam, CJG, AMHK, RvdK tot de Jeugdbescherming) zoekt werkgelegenheidsobjecten die $ubsidie opleveren, liefst jaren lang…

Daarbij kan de jeugdzorgwerker zich tevens een kinderredder, een held, voelen, na persoonlijke ervaringen in de jeugd. Dat er hypocognitie heerst en IVRK artikel 24 lid 1 niet begrepen wordt, doet hen niet ter zake.

 

Er wordt reclame gemaakt dat verdachte zaken met vermoeden van mogelijke kindermishandeling gemeld worden bij het AMHK, wat vreemd genoeg “Veilig Thuis” wordt geheten.

 

De melders denken dat er dan deskundig wordt onderzocht, met specialisten, doch zij kennen het sociaal domein met AMHK niet. Het gaat na een melding onverwacht anders. Dr. Cora Bartelink  bewees dat de jeugdzorg vooral op persoonlijke ervaringen en opvattingen naar invulling van het gehoopte bewijs zoekt; dat gaat zo:

 

Hier het meest plastische deel:

4.     Mystificatieschijf 1:

In het eerste dossieronderzoek en gesprekken met instanties om het gezin heen (school, artsen, etc.) worden  risicotaxatie-checklists  gebruikt door diagnostisch-onbevoegden.  Daarbij worden suggestieve vragen gebruikt (bewijs in ons dossier) en naar ‘ja’ gevist met bekende, manipulerende communicatietactieken. (Er is al vaker door VT- en andere jeugdzorg-medewerkers, en zelfs directieleden,  toegegeven dat er aangedikt wordt om het verzoek bij de rechter 'er door te krijgen'.)  En in die gesprekken worden gekleurde inleidingen gebruikt.

 

Voorbeeld: - Aan de geïnterviewde wordt eerst een lange opsomming van de negatieve vermoedens, die jeugdzorg heeft, voorgedragen. Dit is vaak een heftig verhaal, waarvoor geen of flinterdun ‘bewijs’ is.

- Dan wordt de vraag gesteld: ‘Maakt u zich zorgen om het gezin?’

- Antwoord: ‘Ja, als ik dit zo hoor maak ik me zorgen om het gezin’.

- In het dossier komt te staan: “de familie/ huisarts/ school maakt zich ook zorgen om het gezin’'.

- En daarbij wordt de bekende onderhandelingstruc gebruikt "die en die maakt zich ook zorgen om het gezin" om het opgediste verhaal meer geloofwaardigheid te geven.

- In ons geval werd mij een lijst van zo’n 30 contactpersonen (‘informanten’) onder de neus geschoven die het allemaal eens zouden zijn met jeugdzorg: ‘dat over jullie gezin zoveel verschillende dokters eigenlijk dezelfde zorgen aangeven…’. -  Bij navraag blijkt over mensen die op die lijst staan als geïnterviewde  ‘supporters’ van de claim van jeugdzorg, 'informanten', dat er bijvoorbeeld één helemaal niets had willen zeggen. Die staat wèl op de lijst als ‘supporter’, als 'informant'. Wie zwijgt stemt toe? Daarna mocht de lijst niet verder worden gecheckt...

- {Er wordt niet gekeken naar diagnostische rapporten die de ouders ontlasten, en dàt zijn nu juist féíten naar het passende kinderrecht IVRK artikel 24 lid 1: States Parties recognize the right of the child to the enjoyment of the hìghest attáínable standard of health ànd to facilities for the treatment of illness and rehabilitation of [also orthopedagogic and psychological] health.  States Parties shall strìve to ensure that nó child is depríved of his or her right of àccess to such health-care-services. = De Staten die partij zijn, erkennen het recht van het kind op het genòt van de gróótst mógelijke máte van gezòndheid èn op voorzieningen voor de behandeling van ziekte en het herstel van de [ook orthopedagogische en psychologische] gezondheid. De Staten die partij zijn, stréven ernaar te wáárborgen dat geen enkel kind diens recht op tóégang tot deze voorzieningen voor gezondheidszorg wordt ònthouden.}.

 

5.     Als vragen en tegenwerpingen ongemakkelijk worden voor jeugdzorg hebben ze een scala aan uitvluchten en gebruiken ze ronduit chantage, bijvoorbeeld:

 

‘U gaat wel erg in verzet’ (wat bij de Raad terechtkomt als ‘ouders werken niet mee’ of ‘ouders zoeken de confrontatie’ of ‘ouders accepteren de hulp niet’, al naar gelang het onderwerp van de paragraaf in het rapport). ‘Daar gaan we even niet op in’, ‘het ligt bij jullie (problemen met instanties/ school)’, ‘dat is onze overtuiging’, ‘het gaat ons er niet om dat wij iets kunnen bewijzen, wij willen dat het goed gaat met het kind’, ‘hier kunnen we het zo even over hebben’, ‘er is veel strijd’, ‘ik ga niet over individuele dokters (terwijl die wel tegen je in stelling worden gebracht)’, ‘wij maken ons zorgen op basis van informatie die we hebben (welke informatie dat is zeggen ze niet)’, ‘u gaat in op details, terwijl wij naar het geheel kijken (terwijl dat geheel is opgebouwd uit die [onjuiste] details)’, ‘waar wij ons nog het meeste zorgen over maken is dat u zich geen zorgen maakt’ (hoe cool is dat? U bent verdacht omdat u zegt onschuldig te zijn), ‘het plan van aanpak krijgt u te zijner tijd, want wij vinden op dit moment dat dat geen bijdrage levert aan het positief beïnvloeden van …(nooit gehad)’, ‘ik hoef niet te zeggen waarom jullie dingen doen, ik hoef geen motief’, ‘geen twijfel mogelijk’, ‘wij zijn representant van wat er algemeen wordt gevonden. Ja en wij proberen niet op alle details in te gaan…’, ‘ik vind u geagiteerd overkomen’, ‘hoe kan het AMK (Veilig Thuis) tevreden zijn, zodat we niet naar de Raad hoeven?’, ‘wij hebben een melding hè en daarmee hebben wij de verantwoordelijkheid voor het welzijn en de positieve ontwikkeling van jullie kinderen’, ‘ja, wat u nog niet heeft is wat die mensen dan gezegd hebben, dat heeft u nog niet, maar dat krijgt u nog wel (nooit gehad)’, ‘wij hebben iets anders gehoord (wat wordt nooit duidelijk)’, ‘dit gaat niet over waarheidsvinding’, etc..  {Wordt een ouder die het niveau van IVRK 24.1 verwacht voor het kind, echte diagnostiek, is  deze bejegening  door de 'jeugdzorg' begrijpelijk emotioneel, al wordt aangeraden in jeugdzorgland dit níét te uiten! Blijf netter dan de jeugdzorgwerkers, heel tactisch, om uiteindelijk het kind te kunnen beschermen  tegen schade door  jeugdzorg! Werk het liefst zwart op wit, de Awb volgend, om inhoudelijke antwoorden te verkrijgen om als bewijs te laten dienen bij de volgende rechter. Daartoe moeten ouders vaak doorvragen en termijnen in acht nemen uit de Awb}.

 

Extra mystificatieronde:

6.      Geconstateerde ‘feiten’ in en om het huis worden omgebogen tot iets wat tegen de ouders / het gezin kan worden gebruikt. Bijvoorbeeld in ons geval: 


a.      Bewering gepresenteerd als feit: “Fietsen liggen verspreid door de tuin”. Doel: beeld oproepen van asociaal gezin. Rommeltje. Feiten: fietsen staan voor bij de achterdeur en achter onder de carport. Dat is inderdaad verspreid, maar roept een ander beeld op. Je kunt dit trouwens pas constateren als je heel ver op het terrein bent geweest. Daar waren wij niet bij en er is geen toestemming voor gegeven (huiszoekingsbevel); 

   

b.     Bewering gepresenteerd als feit: “Er zitten rolluiken voor de ramen.”. Doel: beeld oproepen van asociaal, teruggetrokken gezin. Feit: voor één woonkamer met raam op het Noorden zit een rolluik (permanent) dicht. Dit is het enige raam met enkel glas en het tocht in de winter;  

   

c.      En zo gaat het door. Er is altijd wel iets op of aan te merken op de huishouding wat tegen de ouders gebruikt kan worden. Verhalen daarvan zijn er genoeg;

 

7.     Feiten uit het dossier worden ook omgebogen om tegen de ouders te kunnen worden gebruikt. Hierbij wordt dan selectief de onderbouwing van die feiten weggelaten.  

   

Bijvoorbeeld in ons geval was er sprake van veel schoolverzuim (zoals bijv. door ASS). Voor elke afwezigheid (verzuim) was een sluitende verklaring, zoals artsenbezoek. - In de rapportage van jeugdzorg is dan alleen sprake van veel verzuim, ingebed in een verhaal dat 'er zorgen zijn om het kind'. - Veel verzuim is daarvoor dan een onderbouwing. - Er wordt níét bij vermeld dat voor alle verzuim een geldige reden is! Volgens de checklists van jeugdzorg is (alleen) ongeoorloofd verzuim een risicofactor. In ons geval is sprake van geoorloofd verzuim. Maar daar heb je niet zoveel aan als je de ouders in een kwaad daglicht wilt stellen. Er wordt toch afgevinkt. Ontlastende verklaringen en feiten zal je zelden of nooit in dit soort jeugdzorgdossiers tegenkomen;

 

8.     Uit die eerste fase van onderzoek wordt dan een voorlopig rapport / bevindingen opgesteld.  ‘Onderbouwd’ met de (conclusies) uit de interviews (‘x / alle dokters / alle informanten maken zich ook zorgen over het gezin’, etc.) en dossiers (‘meneer was aan het vechten’, etc.).  Gelardeerd met eigen suggestief ‘onderzoek’ (‘fietsen liggen verspreid door de tuin’) en daadwerkelijke feiten, zoals veel schoolverzuim, maar dan verdraaid.  Alles bij elkaar krijg je dan een behoorlijk geloofwaardig verhaal (voor een psychologisch ondeskundige rechter), als je niet kritisch forensisch bent onderlegd (gewend aan waarheidsvinding).  Dit is vaak een lijvig document dat niet de tekstuele verklaringen, rapporten en dossiers bevat, maar alleen de conclusies van de onderzoekers en/of de door hen gemaakte samenvatting van die dossiers, interviews etc.  (In de bijlagen zit veelal niet de originele stukken zodat er niets te verifiëren is).  Dus deze stap is voor de lezer niet te controleren.  De eerste abstractie-stap.  De basis voor de status van ’waarheid’ en geloofwaardigheid van de (niet met waarheidsvinding) onderbouwde beweringen van jeugdzorg is gelegd;

 

Mystificatieschijf 2:

9.     Van het lijvige document uit de vorige stap wordt dan een samenvatting gemaakt. Het hoeft geen betoog dat dan alle ‘onderbouwing’ uit de vorige stap van de gepresenteerde ‘feiten’ verdwenen is en die ‘feiten / conclusies’ (dus) voor de lezer niet zijn te controleren.  Dit is de tweede abstractie-stap: samenvatting van de samenvatting. In deze abstractie wordt vaak pas professioneel taalgebruik gebezigd. Dat betekent juridisch en ‘jeugdzorg’-jargon.  Dat is omdat het soms voorkomt dat rechters doordringen tot dit niveau van het dossier, dus moet het wel professioneel en geloofwaardig overkomen.  En omdat dit naar de volgende partij (de Raad) in de keten gaat (die als ketenpàrtner dat niet diagnostisch controleert).  Het ‘dossier’ van de eerste stap wordt vaak als bijlage toegevoegd. Dit gaat vaak naar de Raad voor de Kinderbescherming;

 

Mystificatieschijf 3:

10. Het komt voor dat er nog een derde abstractie-stap aan te pas komt, bijvoorbeeld als oplegbrief aan de rechter, geschreven door de Raad als een samenvatting.  Samenvatting van de samenvatting, van de samenvatting.  Meestal een vrijwel exacte kopie van de samenvatting van de vorige stap. (En dan nog stukjes eruit geknipt en een paar maal weer ergens tussengeplakt zodat het rapportage dikker wordt, opdat  de rechter  niet alles gaat lezen).  Gelardeerd met wat eigen opmerkingen en conclusies, om een eigen (grondig) onderzoek te veinzen.  Vaak lezen de rechters alleen deze samenvatting grondig en scannen ze de rest van het dossier (vooral als er sprake is van spoed).  Dit kun je vaak opmaken uit het vonnis.  Het onderliggende Raadsrapport zit vol met knip- en plakwerk uit de voorgaande stappen. Wederom met eigen taalgebruik, tussen paragrafen en conclusies.  Wederom om een eigen (grondig) onderzoek te veinzen;

 

Mystificatieschijf 4:

11. De vierde abstractie laag wordt door de rechters gemaakt in hun vonnis. Dit is de belangrijkste. Hier wordt nog een stap hoger professioneel (juridisch) taalgebruik gebezigd.  Ook weer veel knip- en plakwerk uit het Raads- en jeugdzorgdossier.  Hierdoor krijgen die beweringen met terugwerkend kracht een nog hogere status van 'waarheid'  (want de rechter heeft het gezegd).  Dit is van enorm belang voor de volgende stappen;

 

12. Tegenwerpingen en ontlastende verklaringen en feiten van en voor ouders halen deze abstractie-stappen zelden of nooit.  Ook niet in het uiteindelijke vonnis.  Het gaat immers niet om een  onderzoek(-rechter)  of strafzaak. 'Waarheidsvinding is niet belangrijk'.  Bescherming van het kind en het belang van het kind staan voorop.  En het belang van het kind wordt bepaald door de partijen die er belang bij hebben dat 'het (ongedefinieerde) belang van het kind' in de ogen van de instanties niet overeenkomt met 'het belang van het kind' in de ogen van de ouders;

 

Mogelijke verdere schijven:

13. Vaak komt er nog een tweede of derde rechtszaak achteraan. Vooral bij spoedzaken. En/of een hoger beroep. En bij 'verlengingen' van de maatregel en bij BW1:266.  De clou is dat voor die zaken de voorgaande vonnissen als dossier dienst doen.  Met als onderbouwing het Raadsdossier.  Dat zijn heel veel abstractielagen  tussen de uiteindelijk uitspraak en de daadwerkelijke gebeurtenissen. {Toch wordt het de ouders aangeraden om middels de Awb bewijs te creëren en zelf onderbouwde rechtszaken aan te spannen, immer met in de schrijfsels een bekende alinea*.}.

 

De Jeugdbescherming en de Raad leunen sterk op drogredenering, zoals in de voorgaand beschreven abstractie-stappen veel gebeurt, van het type: "Dermatologisch getest!"   Immers, zolang de resultaten er niet bij worden vermeld, is dit geen logisch argument om een bepaald product te kopen.  Het product kan immers slecht uit de test zijn gekomen.  - Vertaald naar jeugdzorg: ‘Informant x maakt zich zorgen over het gezin’.  Er wordt niet bij gezegd waarover informant x zich dan zorgen maakt.  Vaak heel iets anders dan waar jeugdzorg op doelt in haar rapportage.

 

Auteur: een vader die zich ernstige zorgen maakt over de werkwijze van jeugdbeschermers, bij de redactie van (Jeugdzorg-)Darkhorse bekend.

 

_____________________________ 

*:   Ouders, vergeet nooit deze alinea toe te voegen aan al uw schrijfsels, en begrijp het!:

 

"Wij verzoeken dit vanwege onze plicht naar BW1:247 om de zorg voor het kind te optimaliseren naar het niveau van kinderrechtenartikel 24 lid 1 IVRK, [en, na elk jaar eveneens, artikel 25]. Diagnostisch onderzoek met testmiddelen en interactieonderzoek waarop ouders goed en breed voorgelicht worden, geeft meer inzicht het bedoelen van de OTS op te lossen naar het bedoelen van de wetgever, de representatie en veiligheid van de ouders naar het kind te doen verbeteren."

 

Dit is ook van belang omdat de OTS (met BW1:255) bedoeld is om vóórtvarend de daarin vermelde 'ernstige bedreiging' voor het kind te doen oplossen, en daartoe bestaat BW1:262, met name lid 3 en 1; en Jw4.1.1, waarbij deskundige en voorlichtende hulpverlening moet worden ingeschakeld, en daartoe kennen ouders de inhoud van Jw3.2 lid 2: de G.I. verstrekt geen hulpverlening. = De gezinsvoogdij is dus geen hulpverlener!

Waar ouders hun wettelijke plicht doen (BW1:247) en naar het hoogste niveau streven, IVRK24.1, is dat niet "tegenwerken" waarvan de G.I. dat zo graag de ouders verwijt.

Anticipeer, ouders!

En heb ad rem uw weerwoord klaar, mogelijk met een spiekbriefje als steun en bewijs.

Jeugdzorg is géén gezondheidszorg!

 

Een bloemlezing van de vele wetten, die welke ge nodig hebt tot gebruik, staat op https://jeugdbescherming.jimdo.com/tips-en-andere-brieven/wetgeving-en-regels/ .

 

Na het UitHuisPlaatsen volgt na een jaar of wat het beëindigen van het ouderlijk gezag, onder de  smoes van pseudowetenschap.

Het aantal weggeplaatste kinderen blijft stijgen.